Beschrijving
Keller richt zich zowel op hen die op zoek zijn als op hen die al hun leven lang naar de kerk gaan en geen inleiding op het evangelie denken nodig te hebben. Keller behandelt de bekendste gelijkenis van Jezus, die van de verloren zoon uit Lucas 15. In die gelijkenis laat Jezus zien hoe groot Gods buitensporige genade is voor ongelovigen en gelovigen.
In zeven hoofdstukken beschrijft Keller hoe er twee soorten ‘verloren’ mensen zijn, niet één soort. De meeste mensen zien de verlorenheid van de jongste zoon, die zijn erfenis opeist en in een losbandig leven erdoor jaagt. Maar de oudste zoon in de gelijkenis is niet minder verloren.
‘De definitie van zonde is voor bijna iedereen het schenden van een serie regels. Maar Jezus laat zien dat een man die bijna niets op zijn morele kerfstok heeft toch precies zo geestelijk verloren kan zijn als de meest lichtzinnige en immorele mens. Waarom? Omdat zonde niet alleen overtreding van regels is. Het is jezelf in plaats van God stellen als Verlosser, Heer en Rechter (zoals elk van beide zonen het gezag van de vader over zijn eigen leven probeerde uit te schakelen).’